VAN MáRQUEZ TOT YAMAHA: WAT WE HEBBEN GELEERD VAN MOTOGP ARAGóN

De laatste keer dat een MotoGP-rijder een perfect raceweekend afleverde, was Marc Márquez tijdens de Duitse Grand Prix in 2015. Bijna tien jaar na dato kreeg de 32-jarige Spanjaard in de persoon van zichzelf een opvolger, want op Motorland Aragón was hij weer in alle sessies de snelste. Achter de dominante Ducati-rijder liet KTM tekenen van herstel zien na een lastige Britse Grand Prix, terwijl Yamaha juist moeite had na enkele sterke raceweekenden. En dan was er nog de achtbaan waar Francesco Bagnaia in plaatsnam in Alcañiz. Motorsport.com blikt door middel van vier conclusies terug op de Grand Prix van Aragón.

Marc Márquez meester in linkerbochten en met weinig grip

De laatste drie Grand Prix-zeges gingen allemaal aan de neus van Marc Márquez voorbij. Toch beweerde hij voorafgaand aan de GP van Aragón dat zijn focus niet zozeer op de overwinning, maar op het behouden van de WK-leiding lag. De prestaties van de Ducati-rijder spraken die vooruitblik echter hard tegen. In de eerste vrije training was Márquez bijna een seconde sneller dan alle andere rijders, om vervolgens ook in de resterende trainingen, kwalificatie en warm-up bovenaan te eindigen. De kersen op de taart waren de dominante overwinningen in de sprintrace en Grand Prix, waarmee hij zijn voorsprong in het kampioenschap maar weer eens uitbreidde.

Niet voor het eerst dit jaar viert Marc Márquez feest na een overwinning.

Foto door: Gold and Goose Photography / LAT Images / via Getty Images

Dat Márquez op Motorland Aragón zo goed voor de dag kwam, was eigenlijk geen verrassing. Het is al langer bekend dat hij iets extra's heeft in bochten naar links - en laat het circuit in Alcañiz er daar nu net tien van hebben, waaronder twee lange doordraaiers. Precies in die delen maakte Márquez dit weekend het verschil op weg naar zijn zevende MotoGP-zege op zijn thuiscircuit. Daarnaast gedijt Márquez over het algemeen ook in lastige omstandigheden met weinig grip, iets wat absoluut een eigenschap is van het asfalt in Aragón. Het gevolg was een dominante vertoning van Márquez, die dus in alle sessies bovenaan eindigde. Het verschil aan de finish bedroeg slechts één seconde nadat hij in de slotronde inhield, maar zijn snelste ronde drie ronden voor het einde doet vermoeden dat de marge vele malen groter had kunnen uitvallen.

Doorbraak lijkt Bagnaia uit achtbaan te helpen

Waar Márquez lachend naar de zege reed in Aragón, kende Ducati-teamgenoot Francesco Bagnaia een weekend met twee gezichten. Sterker nog: zijn weekend kan het beste beschreven worden als een heuse achtbaan. In de trainingen liep het niet bij de Italiaan, die zich nipt rechtstreeks plaatste voor Q2. Op zaterdag was het gevoel op de Ducati GP25 ook niet goed, maar desondanks kwalificeerde hij zich nog op de vierde positie. De sprintrace verliep vervolgens rampzalig: gedurende de korte race viel Bagnaia terug naar een puntloze twaalfde positie. Op zondag volgde echter knap herstel, want in de lange race bleef hij lang in de buurt van Álex Márquez op weg naar een derde plaats.

Na een moeilijke sprintrace toonde Francesco Bagnaia op zondag tekenen van herstel.

Foto door: Gold and Goose Photography / LAT Images / via Getty Images

Na afloop van de race verklaarde zowel Bagnaia als Ducati-teammanager Davide Tardozzi dat een verandering aan de remmen op zondag voor een grote stap voorwaarts zorgde. Hij kreeg een voorrem met diameter 355 millimeter - de grootste die Brembo levert - op de GP25 gemonteerd. Deze wijziging zorgde ervoor dat Bagnaia eindelijk weer met vertrouwen kon remmen, zonder dat de voorkant in iedere remzone blokkeerde. Juist op dat vlak voelde de huidige versie van de Ducati als een stap achteruit ten opzichte van het materiaal van vorig jaar. Zo lijken Ducati en Bagnaia een doorbraak te hebben gevonden om uit de achtbaan te komen, al is het aan de tweevoudig MotoGP-kampioen om dat te bevestigen tijdens de komende race in Mugello - waar hij de afgelopen drie jaar nog won.

KTM herstelt zich na zwaar weekend in Silverstone

Ook voor KTM geldt dat ze tijdens de Italiaanse Grand Prix moeten bevestigen dat ze de weg omhoog hebben gevonden. Dat was op Motorland Aragón in ieder geval wel zo. Op het circuit in Noord-Spanje zat de geplaagde Oostenrijkse fabrikant er het hele weekend goed bij. Pedro Acosta, Brad Binder en Maverick Viñales plaatsten zich vrijdag rechtstreeks voor de strijd om pole-position, waarin de twee rijders van het fabrieksteam zelfs tot een knappe vijfde en zesde tijd kwamen. Het drietal eindigde in de sprintrace ook in de punten, waarna Acosta en Binder op zondag lange tijd in de top-vijf reden. Hoewel de Zuid-Afrikaan crashte, tekende Acosta met een vierde plek voor het beste resultaat van KTM dit seizoen.

In Silverstone was KTM nergens te bekennen, maar in Aragón werd Pedro Acosta knap vierde.

Foto door: KTM Images

Het contrast met de verrichtingen van KTM tijdens de Britse Grand Prix was fors, vooral als de kwalificatie onder de loep wordt genomen. Op Silverstone moesten alle vier de rijders nog deelnemen aan Q1 en daarin wist geen van hen een plekje in Q2 af te dwingen. In de chaotische race werden vervolgens solide punten gescoord, maar qua pure snelheid was de fabrikant uit Mattighofen dat weekend de langzaamste. Daarentegen was KTM afgelopen weekend in Aragón na Ducati juist de tweede snelste fabrikant. Nu is het aan het fabrieksteam, KTM Tech3 en de rijders om in de komende races te bewijzen dat het geen eenmalige uitschieter was.

Circuits met weinig grip blijven vijand van Yamaha

Tot slot zal Yamaha er veel aan gelegen zijn om in Mugello en Assen te bewijzen dat de Grand Prix van Aragón wél een eenmalige uitschieter was. Na een sterke wintertest bracht de seizoensstart niet helemaal wat de Japanse fabrikant ervan verwacht had, maar de start van de reeks Europese races was veelbelovend. Fabio Quartararo stelde drie keer op rij pole-position veilig, eindigde in Jerez op het podium en leek tot hij pech kreeg op weg naar de zege in Silverstone. Zo klopte Yamaha weer op de deur als factor om rekening mee te houden, maar het raceweekend in Aragón draaide vervolgens uit op een heuse koude douche voor de teams én rijders.

Yamaha kende op Motorland Aragón een weekend om snel te vergeten.

Foto door: Gold and Goose Photography / LAT Images / via Getty Images

In Aragón wist geen van de vijf Yamaha's - inclusief testrijder Augusto Fernández - rechtstreeks in Q2 te komen. Via Q1 slaagde Quartararo daar op zaterdag wel in, maar dat was meteen ook het enige hoogtepunt van zijn weekend. De Fransman viel in de sprintrace terug naar de elfde plek, waarna hij op zondag crashte en zijn derde zondagse DNF op rij noteerde. Uiteindelijk werd Álex Rins op de elfde plek de beste Yamaha-rijder, waardoor het merk uit Iwata de enige was die niet in de top-tien voorkwam. Enerzijds is het een pijnlijk resultaat, maar tegelijkertijd kwam het ook niet als een enorme verrassing. Circuits met weinig grip zijn al jaren de zwakke plek van Yamaha en in Aragón werd dubbel en dwars bewezen dat dit probleem nog niet is opgelost. Mede daardoor was Quartararo ondanks zijn uitvalbeurt hoopvol gestemd voor de komende races. 

Meer over de GP van Aragón:Marc Márquez domineert en boekt onbedreigde MotoGP-zege in AragónWie vannacht het slechtst geslapen heeft: Brad Binder

2025-06-10T06:25:05Z