Met een hoogte van 8.848,86 meter geldt de top van de Mount Everest als het hoogste punt ter wereld, gemeten vanaf zeeniveau. Mede om die reden is het beklimmen van deze mythische berg voor veel klimmers een doel. Eenvoudig is het echter niet, want onvoorspelbaar weer, lawines en een gebrek aan zuurstof hebben ervoor gezorgd dat inmiddels meer dan 300 klimmers zijn overleden tijdens de tocht. Desondanks durfde voormalig MotoGP-rijder Karel Abraham het avontuur wel aan. En met succes, want via Instagram heeft de Tsjech gedeeld dat hij het dak van de wereld heeft bereikt.
Ook Abraham heeft het niet makkelijk gehad op weg naar de top. "Mount Everest. De hoogste berg ter wereld. Fysiek en mentaal de moeilijkste uitdaging van mijn leven", geeft de inmiddels 35-jarige toe. "Hoewel ik de top heb gehaald, moet ik toegeven dat ik dit avontuur onderschat heb. Deze herinneringen blijven echter voor altijd in mijn hoofd." Zoals gebruikelijk is Abraham omhoog geleid door een sherpa, die hij dan ook heeft bedankt voor zijn hulp tijdens de beklimming. "Hij heeft me geholpen om op een veilige manier binnen zes dagen van het basiskamp naar de top en weer terug naar het basiskamp te gaan."
Zo is Abraham dus een nieuwe uitdaging aangegaan waar ook de nodige adrenaline bij komt kijken, net zoals tijdens zijn periode in de Grand Prix-racerij. In 2005 debuteerde hij in de 125cc, om uiteindelijk via de 250cc en Moto2 in 2011 in de MotoGP te belanden. Eerst kwam hij in de koningsklasse vijf jaar uit namens AB Motoracing, het team dat de vader van Abraham had opgericht. Na een jaartje World Superbike in 2016 keerde Abraham in 2017 terug in de MotoGP, waar hij nog drie jaar actief zou blijven. Uiteindelijk reed Abraham 214 Grands Prix, waarin hij één Grand Prix-zege boekte (Moto2 Valencia, 2010). Tegenwoordig racet hij niet meer, maar zijn familie is nog altijd betrokken bij de MotoGP. Zijn vader is eigenaar van het circuit van Brno, dat dit jaar na vier jaar afwezigheid terugkeert op de MotoGP-kalender.
Meer MotoGP-nieuws: