DEZE FACTOREN BEPALEN WIE TWEEDE FABRIEKSRIJDER DUCATI WORDT IN 2025

Nadat het contract van Francesco Bagnaia in de aanloop naar het huidige MotoGP-seizoen werd verlengd, heeft Ducati voor 2025 nog één zitje vrij in het fabrieksteam. Drie rijders gelden als de voornaamste kandidaten voor dat plekje: huidige fabrieksrijder Enea Bastianini, Pramac Ducati-man Jorge Martín en Marc Márquez, die sinds dit jaar uitkomt voor Gresini Ducati. Voor alle drie de rijders zijn sportieve argumenten te bedenken waarom ze dat plekje naast Bagnaia verdienen en daardoor zijn er voor Ducati ook de nodige andere factoren die meewegen in de beslissing, die men eigenlijk voor de Italiaanse Grand Prix van begin juni wil nemen.

Voor de drie kanshebbers zijn verschillende dingen te zeggen. Zo is Martín de nummer twee van vorig jaar en de huidige WK-leider. Hij heeft ook al aangegeven dat zijn tijd bij Pramac er voor zijn gevoel op zit en dat hij niet weet wat hij nog meer moet laten zien om Ducati te overtuigen van een plek in het fabrieksteam. Daar greep de Spanjaard twee jaar geleden nog naast, destijds kreeg Bastianini de voorkeur. De Italiaan heeft - mede door blessureleed in 2023 - echter nog niet aan de verwachtingen van Ducati voldaan sinds zijn overstap naar de hoofdmacht. Ook Aprilia heeft naar verluidt echter interesse in zijn diensten. En dan is er nog Márquez, die naast snelheid ook naast de baan en in de media het nodige kan bijdragen.

Op sportief vlak lijkt Enea Bastianini de minst goede papieren te hebben.

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

Op sportieve gronden lijkt Bastianini over de minst goede papieren te beschikken om volgend jaar naast Bagnaia plaats te nemen. "We proberen alle rijders het best mogelijke materiaal te geven om ze in de best mogelijke situatie te brengen voor de komende races, die van cruciaal belang zijn voor hen en voor onze keuze. Maar hoe het ook loopt, we zullen een paar belangrijke kanshebbers moeten laten afvallen. Mijn benen trillen alleen al van de gedachte dat ik deze beslissing moet nemen", vertelde Ducati-topman Gigi Dall'Igna zondag in Jerez, waar Bagnaia en Márquez een prachtige strijd om de zege voerden en waar Martín vanuit leidende positie crashte. Dat sportieve plaatje bepaalt echter niet alles.

De economische factor

Ook de financiële kant van het verhaal speelt een belangrijke rol, mede doordat Ducati de kosten moet beteugelen. De afgelopen jaren zijn de uitgaven aan salarissen fors gestegen en daar stelt eigenaar Audi nu paal en perk aan. Het management van het Italiaanse merk heeft zodoende prioriteiten moeten stellen, waarbij de contractverlenging van Bagnaia prio nummer één was. Daarna volgen het aanstellen van de overige rijders met een fabriekscontract en de teamgenoot van de regerend wereldkampioen bij het fabrieksteam, en het afronden van de structuur met satellietteams. 

"Een van mijn belangrijkste bijdragen is om te proberen de kosten te drukken, zowel qua rijders als in het management van de satellietteams. In het verleden gaven we te veel uit, dat gaat nu veranderen", zei sportief directeur Mauro Grassilli dan ook in gesprek met Motorsport.com. Naar verluidt gaat Bagnaia onder zijn nieuwe contract een basissalaris van zes miljoen euro per jaar ontvangen, waardoor zijn toekomstige teamgenoot significant minder moet gaan verdienen. Op papier lijkt dit vooral voor Martín een kwestie te worden. Hij is momenteel een van de best verdienende rijders, want mede door prestatiebonussen verdient hij zo'n 3,5 miljoen euro per jaar. In een nieuwe deal kan dat veel lager uitvallen, wat voor de Madrileen moeilijk te verteren zou zijn gezien zijn huidige vorm.

Jorge Martín leidt het WK, maar is hij financieel haalbaar voor het fabrieksteam van Ducati?

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

Financiën spelen een minder grote rol bij Márquez. De zesvoudig MotoGP-kampioen heeft gedurende zijn loopbaan al veel geld verdiend en heeft dit jaar een miljoenencontract laten verscheuren om voor Gresini te kunnen racen. Ook hij heeft zichzelf ten doel gesteld om in 2025 in het rood van Ducati te acteren en na zijn podiumplaats in de Spaanse GP ziet hij dat de situatie rooskleuriger wordt. "Het verloopt voor mij allemaal volgens plan. Als je resultaten boekt, nemen fabrikanten contact met je op. Er zijn al gesprekken geweest. Ik ben heel duidelijk over wat ik wil, maar het goede is dat ik niet slechts één keuze heb", zegt de rijder uit Cervera.

De energiedrankjesfactor

Na slechts vier raceweekenden lijkt Márquez al bijna volledig gewend aan de Ducati Desmosedici GP23. Ook lijkt hij de snelheid, die hij in zijn laatste periode bij Honda leek te missen, weer gevonden te hebben. In Amerika crashte hij vanuit leidende positie, iets wat hij in de sprintrace in Jerez herhaalde. Op zondag vocht hij aldaar een geweldig duel uit met Bagnaia, waarin hij uiteindelijk genoegen moest nemen met de tweede plek. Met zijn snelheid is Márquez op papier de belangrijkste uitdager geworden voor Martín in de strijd om het plekje naast Bagnaia in het fabrieksteam, maar er is een andere factor die roet in het eten kan gooien: sponsoring.

Red Bull is een trouwe sponsor van Marc Márquez, terwijl Ducati samenwerkt met Monster.

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

Márquez geldt al meer dan een decennium als uithangbord van persoonlijke sponsor Red Bull. Tegelijkertijd wordt het fabrieksteam van Ducati gesponsord door rivaal Monster Energy. Hoewel het niet de eerste keer zou zijn dat een atleet van logo op zijn petje verandert omdat het hem goed uitkomt, zou het zeer opvallend zijn gezien de rol die Red Bull in de loopbaan van Márquez heeft gespeeld. Motorsport.com heeft Márquez gevraagd of zijn persoonlijke deal met de Oostenrijkse firma een blokkade kan vormen voor een deal met Ducati, iets waar hij niet over lijkt te twijfelen. "Hopelijk heb ik ditmaal de optie om voor een fabrieksteam te tekenen. Als dat gebeurt, moeten we erover praten en de verschillende opties afwegen."

De factor Gigi Dall'Igna

Tot slot hangt een besluit over de toekomstige teamgenoot van Bagnaia ook af van Dall'Igna. Vrijwel alle belangrijke beslissingen binnen de MotoGP-afdeling van Ducati worden tegenwoordig door de Italiaanse engineer genomen, in samenspraak met CEO Claudio Domenicali. Het is daarnaast ook grotendeels aan de directeur van Ducati Corse te danken dat Márquez dit jaar voor Gresini racet. Terwijl Ducati aangaf geen interesse in hem te hebben, gaf Dall'Igna goedkeuring aan Gresini om hem aan te trekken. Zowel op het hoofdkantoor van Ducati als in de pitbox is men ervan overtuigd dat de topman Márquez graag in het fabrieksteam wil zien. En gezien de historie lijkt Dall'Igna dan ook een sleutelrol te gaan spelen in het uiteindelijke besluit.

2024-05-03T12:01:57Z dg43tfdfdgfd